Nieuws

Zet leerlingen in de groeistand

11 mei 2016

Elke klas heeft ze: slimme leerlingen en minder slimme leerlingen. Leerlingen die zich drie keer in de rondte werken en leerlingen die verveeld in hun stoel hangen. Met een eenvoudige formule kun je als vakleerkracht je klas indelen langs de lat van slimheid en creativiteit, vermenigvuldigd met inzet en werkhouding. 

Alleen, deze formule klopt niet.

En leerlingen help je er niet mee.

Intelligentie is om te beginnen niet iets wat vaststaat. Mensen blijven hun leven lang nieuwe verbindingen aanleggen in de hersenen. Ons brein is flexibel. Onze intelligentie dus ook. Slim of minder slim is een momentopname.

Dit is van belang voor (vak)leerkrachten die werken met leerlingen die zichzelf soms al afgeschreven hebben. En met leerlingen die hun leven lang gehoord hebben hoe slim ze zijn, en bang zijn om door de mand te vallen. In beide gevallen hebben de leerlingen een beeld van hun eigen intelligentie als een vaststaand gegeven: slim of minder slim geboren, zullen ze altijd slim of minder slim blijven.

Hoe doorbreek je dit bij deze leerlingen? 

Het is handig om niet in de eerste plaats naar hun intelligentieniveau te kijken, maar naar hun mindset. In welke stand staan ze wanneer zij hun hersens gebruiken? De Amerikaanse psycholoog Carol Dweck maakte op basis van jarenlang onderzoek het onderscheid tussen Fixed Mindset en Growth Mindset. Het zijn twee mentale houdingen, een set van overtuigingen die een grote invloed hebben op de ontwikkeling en het gedrag van leerlingen.

Leerlingen met een fixed mindset denken dat intelligentie een vaststaand gegeven is en staan daarom niet snel in de stand om nieuwe dingen te leren. Dan kunnen ze nog zo slim zijn, eigenlijk zitten ze op slot. Het zijn de leerlingen die kiezen voor de makkelijke opdrachten, zodat ze kunnen laten zien hoe slim ze zijn.

Een growth mindset zorgt ervoor dat leerlingen graag een uitdagende opdracht uitvoeren, waarvan zij wat kunnen leren. Ongeacht hun intelligentie van dat moment. Ze zijn niet bang om fouten te maken, die vatten ze op als aansporing om meer te oefenen. Zo worden ze steeds een beetje slimmer, steeds wat vaardiger in de taken die ze uitvoeren.

Wat kun je als (vak)leerkracht doen om je leerlingen in de groeistand te krijgen?

  • Het kan wonderen verrichten om alleen al de verschillen tussen de mindsets uit te leggen: met gedachten over wat je wel en niet kan, kun je je hoofd dichtklappen of juist open zetten.
  • Moedig je leerlingen aan om fouten te durven maken, omdat dat een teken is dat ze iets nieuws aan het leren zijn. Prijs eerder hun werk (‘dat heb je goed aangepakt’) dan hun aanleg (‘jij bent slim, zeg’).
  • Verdiep je in de psychologie van de twee mindsets. Een Nederlandse bespreking van het werk van Carol Dweck vind je hier:  Carol Dweck – Het belang van een growth mindset

Het beste advies luidt: steek je leerlingen aan met de growth mindset die je bij jezelf aankweekt!